Symfonieorkest van KASK & Conservatorium — Stravinsky & Ravel
© Ties Kalker
€10/€5/€0
archief
Conservatorium op Scène
Vr
15.11
20:00

Na een intensieve week repeteren in symfonische bezetting mogen de instrumentklassen van KASK & Conservatorium laten zien wat ze waard zijn op het grote podium. Op het programma staan twee niet te versmaden absolute topstukken: Ravel’s Le Tombeau de Couperin en Stravinsky’s Suite Pulcinella.

Ravel’s Le Tombeau de Couperin is – in tegenstelling tot wat de titel zou doen vermoeden – niet zozeer een eerbetoon aan de Franse barokcomponist François Couperin zelf dan wel aan de Franse klavecimbelsuite als muziekstuk an sich. De oorspronkelijke pianoversie telt zes delen, elk deel opgedragen aan zeven van Ravels vrienden die omkwamen in de Eerste Wereldoorlog (het vierde deel bewijst eerbetoon aan twee broers die terzelfdertijd omkwamen door dezelfde granaat, woeps). De orkestrale versie, die later voor uitvoeringen als balletmuziek werd georkestreerd, houdt vijf vrienden en vier delen over en toont Ravels meesterlijke vermogen om helderheid en textuur te combineren.

Stravinsky’s Suite Pulcinella daarentegen, is — wellicht — gebaseerd op de muziek van Pergolesi en — vrij zeker — andere componisten uit de 18e eeuw, maar is onmiskenbaar doordrenkt met Stravinsky’s eigen modernistische stijl. De suite, een bewerking van zijn ballet Pulcinella, bestaat uit acht delen en vraagt om een grote mate van expressiviteit en precisie van de musici. Iets wat, na de week van intensief repeteren, geen enkel probleem zou mogen opleveren; uiteraard niet!

After an intensive week of rehearsals in symphonic format, the instrument classes of KASK & Conservatorium get to show their worth on the big stage. The programme includes two unmissable absolute masterpieces: Ravel’s Le Tombeau de Couperin and Stravinsky’s Suite Pulcinella.

Ravel’s Le Tombeau de Couperin is — contrary to what the title would suggest — not so much a tribute to French Baroque composer François Couperin himself as to the French harpsichord suite as a piece of music an sich. The original piano version has six movements, each dedicated to seven of Ravel’s friends who died in World War I (the fourth movement pays tribute to two brothers who were killed by the same shell at the same time, whoops). The orchestral version, later orchestrated for performances as ballet music, retains five friends and four movements and shows Ravel’s masterful ability to combine clarity and texture.

Stravinsky’s Suite Pulcinella, on the other hand, is — perhaps — based on the music of Pergolesi and — quite certainly — other composers of the 18th century, but is unmistakably infused with Stravinsky’s own modernist style. The suite, an adaptation of his ballet Pulcinella, consists of eight movements and demands great expressiveness and precision from the musicians. Something that, after the week of intensive rehearsals, should pose no problem at all; of course not!

Symfonieorkest van KASK & Conservatorium

Michel Tilkin dirigent

Gabriela Kühlcke Soliste

M. Ravel (1875 - 1937)

– Le Tombeau de Couperin

I. Stravinsky (1882 - 1971)

– Pulcinella Suite

C. Saint-Saëns (1835 - 1921)

– Piano concerto no. 2 in G minor, op. 22



Miry
Concertzaal