In 1894 richt François-August Gevaert de Fanfare Wagnérienne op om de nieuwe Wagnertuba’s te leren bespelen voor de historische uitvoering van Wagners Das Rheingold. Omdat er voor deze nieuwe orkestvorm nog geen repertoire bestond, zocht men componisten als Paul Gilson en August De Boeck aan om hun duit in het zakje te doen. Wanneer vervolgens tijdens het interbellum zeven leerlingen van Gilson zich verzamelen in het componistencollectief Les Synthétistes, erven zij van hun leermeester de liefde voor blaasmuziek. Het resultaat is een eigenzinnige verzameling modern repertoire voor groot koperensemble, hier tot klinken gebracht door de vereende krachten der studenten van KASK & Conservatorium, Conservatorium Brussel & Conservatorium Antwerpen
In 1894 François-August Gevaert founded the Fanfare Wagnérienne to learn to play the new Wagnertubas for the historical performance of Wagner’s Das Rheingold. Since no repertoire yet existed for this new form of orchestra, composers such as Paul Gilson and August De Boeck were sought out to do their bit. When seven of Gilson’s students gathered together in the composers collective Les Synthétistes during the interwar period, they inherited their master’s love of wind music. The result is a unique collection of modern repertoire for large brass ensemble, here performed by the combined forces of students from KASK & Conservatorium, Conservatorium Brussels & Royal Conservatoire Antwerp.
Koperensembles van KASK & Conservatorium, Conservatorium Brussel & Conservatorium Antwerpen
Luc Vertommen dirigent
Paul Gilson (1865-1942)
–
Variations symphoniques
August De Boeck (1865-1937)
–
Fantaisie
Gaston Brenta (1902-1969)
–
Fanfare héroique (Pro Libertate Mortuis)
René Bernier (1905-1984)
–
Epitaphe
Paul Gilson (1965-1942)
–
Scherzo Fantastique
i.s.m. Koninklijk Conservatorium Brussel mede mogelijk gemaakt door het Alliantiefonds.
