Pianist Renaat De Keyser steekt zijn liefde voor 20ste eeuw pianorepertoire niet onder stoelen of banken. Uitdagende tijden genereren immers sterke kunst. Maurice Ravel schreef met Tombeau de Couperin niet alleen een hommage aan de barokcomponist, maar vooral een intieme herinnering aan zijn eigen gevallen vrienden uit de eerste wereldoorlog. Ook Frederic Rzewski laat een rebelse kant los op het podium, zijn Winnsboro Cotton Mill Blues is immers een verwijzing naar een protestlied dat gezongen werd in de katoenfabrieken. Wie anders dan Antheil vervolledigt de affiche. Deze muzikale kwajongen van het interbellum, verzet zich ook op zijn beurt, maar dan vooral tegen de romantische welluidende versie van de sonatevorm die volgens hem zijn tijd beste tijd wel gehad had. “Wild” zal deze avond ongetwijfeld worden, maar dan wel in de beste betekenis van het woord.
Pianist Renaat De Keyser does not hide his love for 20th century piano repertoire. After all, challenging times generate strong art. With Tombeau de Couperin, Maurice Ravel wrote not only a tribute to the baroque composer, but above all an intimate remembrance of his own fallen friends from the First World War. Frederic Rzewski also unleashes a rebellious side on stage, as his Winnsboro Cotton Mill Blues is a reference to a protest song sung in the cotton mills. Who else but Antheil completes the bill. This musical bad boy of the interwar period, also opposes in turn, but mainly the romantic euphonious version of the sonata form which, according to him, had had its day. ‘Wild’ this evening will undoubtedly be, but in the best sense of the word.
Maurice Ravel (1875-1937)
–
Tombeau de Couperin
Frederic Rzewski
–
Winnsboro Cotton Mill Blues
George Antheil (1900-1959)
–
Sonata Sauvage
Au Bain MIRY is een zomers muziekfestival met gratis concerten van opkomend talent.
