Een nomade kan je Haydn niet noemen. Het grootste deel van zijn loopbaan vertoefde de van oorsprong Weense componist op het landgoed van zijn broodheer Nicolaas I Esterházy. Alvorens naar zijn geboortestad terug te keren verbleef hij op latere leeftijd nog een tijd in Londen waar naast de bekende symfonieën enkele uitermate fijnzinnige fluittrio’s aan zijn ganzenveer ontsproten. Het begaafde drietal Giulia Barbini, Federico Toffano en Francesco Corti gaat met dit typische gentleman’s amusement aan de slag. Het programma wordt aangevuld met werk van enkele van Haydns illustere collega’s. Zo liep hij in Eszterháza de beroemde Boheemse cellist Antonin Kraft tegen het lijf. Die ging prompt bij Haydn in de leer en liet de wereld zodoende een paar prachtige sonates na.