Soms een knorrige grootvader, dan weer de komiek van het orkest. De fagot — de nestor onder de rietblazers — heeft vele gedaanten, maar qua kamerrepertoire legt het tegenover pakweg de cello ontegensprekelijk de duimen. Elias Agsteribbe, die al van jongs af aan verknocht is aan het instrument, bezorgt het pleit voor een ommekeer. Terzijde gestaan door pianist Wouter Valvekens brengt hij de versatiliteit van de fagot meer dan ooit in beeld. Camille Saint-Saëns en Nina Rota hoefde hij daarbij niet te overtuigen. Zij verrijkten de fagotliteratuur met een sonate en een concerto. Schumanns Stücke im Volkston en Chopins Barcarolle daarentegen krijgen pas na arrangement een verse rieten couche.
Sometimes a grumpy grandfather, sometimes the comedian of the orchestra. The bassoon – the nestor among the reed instruments – has many forms, but in terms of chamber repertoire it is a lot less spoiled than, say, the cello. Elias Agsteribbe, who has been devoted to the instrument from a young age, makes the case for a reversal. Assisted by pianist Wouter Valvekens, he brings the versatility of the bassoon into focus In doing so, he did not have to convince Camille Saint-Saëns and Nina Rota, since they enriched the bassoon literature with a sonata and a concerto. Schumann’s Stücke im Volkston and Chopin’s Barcarolle, on the other hand, receive a fresh reedy coat of sound.
R. Schumann (1810-1856)
–
5 Stücke im Volkston, Op.102
F. Chopin (1810-1849)
–
Barcarolle, Op.60
C. Saint-Saëns (1835-1921)
–
Sonate voor fagot en piano, Op.168
K. Szymanowski (1882-1937)
–
Shéhérazade, Op.34
F. Gianolla (1978)
–
Afrocubana
N. Rota (1911–1979)
–
Fagotconcerto
i.s.m. SWUK vzw