Op je oogleden duwen tot je sterretjes ziet. Je adem zo lang mogelijk onder water inhouden. Bloemen opeten. Zweren op het leven van je moeder dat je niet één maar honderden ruimteschepen aan de horizon hebt zien verschijnen. Onschuldig voor een meisje. Maar wat met een vrouw? Ophelia kent geen grijze zone. Het is wit of zwart of felblauw. Hoe harder ze het zand in haar vuist knijpt, hoe heviger het naar de aarde stroomt. En dat terwijl ze snakt naar erkenning en geborgenheid. Op ons toneel komt ze in aanraking met verschillende versies van zichzelf. Speels. Angstig. Sensueel. Onverschrokken. Gevoelig. Destructief.
W.A. Mozart (1756-1791)
–
Se il labbro più non dice uit Ascanio in Alba
R.G Strauss (1864-1949)
–
Liederen
A. Thomas (1811-1896)
–
Ophelia's Mad Scene uit Hamlet
G. Ligeti (1923-2006), ensemble o.l.v. Filip Rathé
–
Mysteries of the Macabre