Tot een eeuw geleden was het vanzelfsprekend dat een klassiek geschoolde muzikant ook al improviserend zijn of haar plan kon trekken. Cadenzen in concerto’s leenden zich daar bijvoorbeeld perfect voor. Solisten zoals Paganini en Ysaÿe stonden bekend om hun improvisatorisch talent en hun composities. Waarom die vaardigheid in het slop is geraakt is minder belangrijk dan de vraag hoe dat weer ongedaan gemaakt kan worden. Boyan Vodenitcharov is alvast van plan improvisatie van onder het stof te halen en spontaniteit in de klassieke muziek te herintroduceren. Al spelend balanceert hij zo op de grens van klassiek en jazz.
Vodenitcharov werd in 1983 derde laureaat van de Koningin Elisabeth Wedstrijd. Sinds 2003 is hij een terugkerend jurylid voor de wedstrijd. Hij geeft zijn kennis door aan de conservatoria van Gent, Luik en Brussel.
Until a century ago, it was taken for granted that a classically trained musician could also improvise. Cadences in concertos, for example, lent themselves perfectly to this. Soloists such as Paganini and Ysaÿe were renowned for their improvisational talent and their compositions. Why this skill has fallen into disuse is less important than the question of how it can be revived. Boyan Vodenitcharov intends to dust off improvisation and reintroduce spontaneity into classical music. His playing balances on the border between classical and jazz.
Vodenitcharov was third laureate of the Queen Elisabeth Competition in 1983. He has been a regular jury member for the competition since 2003. He passes on his knowledge at the conservatories of Ghent, Liège, and Brussels.